fbpx Skip to main content
search

Schriftelijke vraag nr. 7-1217

van Steven Coenegrachts (Open Vld) d.d. 28 april 2021

aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing

Everzwijnenvlees – Vermarkting – Verkoopverbod – Regelgeving – Mogelijke versoepeling – Trichinellaparasiet – Testen

vlees van wild
verkoopvergunning
veepest
jacht
commercialisering

Chronologie

28/4/2021 Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/5/2021 )
30/6/2021 Rappel
21/10/2021 Rappel
22/11/2021 Antwoord

Vraag nr. 7-1217 d.d. 28 april 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 18 oktober en 26 november 2019 diende ik reeds in het Vlaams Parlement schriftelijke vragen (nrs. 28 en 118) in over de vermarkting van everzwijnenvlees in België.

Een jager mag, indien hij beschikt over het attest «gekwalificeerd persoon» (afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV)), slechts wild in beperkte hoeveelheden verkopen aan particulieren. Kleinwild mag enkel ongeplukt, ongevild en ongekuist verkocht worden; grofwild, en dus ook everzwijnen, mag enkel ontweid, maar in de vacht verkocht worden. Men is dus genoodzaakt om bij particuliere interesse, een volledig everzwijn, weliswaar na labocontrole op de trichinellaparasiet, af te leveren aan de particulier. Particulieren staan daar niet voor te springen omdat ze veelal niet over de vaardigheden en de infrastructuur beschikken om het dier te verwerken. Het trichinellaonderzoek is wettelijk verplicht bij aflevering aan particulieren. Logisch, want trichinose is een gevaarlijke en potentieel dodelijke aandoening. De jachtsector staat dus unaniem achter deze wettelijke verplichting.

Ondanks de everzwijnenproblematiek in Limburg, wordt nog altijd 95 % van het wilde varkensvlees geïmporteerd uit het buitenland, omdat het aan dumpingprijzen wordt aangeboden aan de wildhandelaren. Een jager krijgt bij een wildhandelaar vaak niet meer dan 50 euro per aangeboden everzwijn. Aan particulieren wordt een analoge prijs gevraagd. Ofwel betaalt de koper net voldoende om de kosten van de trichine-analyse te dekken, ofwel steekt de jager eraan toe.

Tot slot laat de federale regelgeving geen rechtstreekse verkoop van wild aan de horeca toe, wanneer er geen wildverwerkingseenheid verbonden is aan de zaak.

In Nederland is de regelgeving voor het vermarkten van wild soepeler. Een regelgeving die is gebaseerd op dezelfde Europese verordening nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Nederlandse jagers kunnen én rechtstreeks wildbraad aanleveren aan horecazaken én verwerkt wild aanleveren aan zowel horecazaken als particulieren. De Vlaamse jachtsector pleit al geruime tijd voor de invoering van het Nederlands model in België.

Transversaal karakter van de vraag: de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest inzake natuurbehoud (in ruime zin) is gebaseerd op artikel 6, § 1, III, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Die bevoegdheid is voor het Vlaamse Gewest omgezet via een wet en enkele decreten omtrent natuur, bos, jacht en visserij. Het FAVV is een federale instelling die waakt over de voedselveiligheid. Het betreft dus een transversale aangelegenheid met de Gewesten.

Ik heb hierover volgende vragen:

1) Wordt in het bijzonder gedacht aan het verdelen van (een al dan niet gelimiteerd aantal) gratis trichinella-testen voor everzwijnenvlees?

2) Is de geachte minister voorstander van het versoepelen van het verkoopverbod van wildbraad door jagers aan detailhandel, groothandel, horeca en poeliers? Zo ja, onder welke voorwaarden kan dat volgens haar gebeuren?

3) Klopt het dat deze soepelere verkoop op basis van een Europese verordening toegestaan is en bijvoorbeeld in Nederland op die manier wordt toegepast? Zo ja, waarom kan het Nederlandse voorbeeld in België niet worden toegepast?

4) Hoe zal hij trachten te voorkomen dat jagers ontmoedigd worden om everzwijnen te schieten en erover waken dat het risico op overdracht van het Afrikaanse varkenspest (AVP)-virus toch kordaat ingedijkt blijft?

Antwoord ontvangen op 22 november 2021 :

Het FAVV is een controle agentschap en beschikt niet over de bevoegdheid noch over de budgetten om dergelijke test gratis ter beschikking te stellen. Er kan daarenboven worden vastgesteld dat de kost van een trichinella-test verwaarloosbaar is ten opzichte van de jachtrechten.

Zoals u terecht hebt opgemerkt, is Trichinella een gevaarlijke ziekteverwekker die zeer ernstige gevolgen kan hebben voor consumenten die besmet zijn. Het is dan ook in de eerste plaats met het oog op de bescherming van de consument dat België een nationale regelgeving heeft ingevoerd betreffende de rechtstreekse handel in kleine hoeveelheden wild, zoals is toegestaan door de Europese verordening 853/2004.

Ik ben van mening dat een consument die vlees van everzwijnen bij een slager koopt of in een restaurant consumeert, het recht heeft om veilige producten te krijgen en dus vlees te consumeren dat door een officiële dierenarts is gecontroleerd en veilig is.

Het vlees dat in België in de handel wordt gebracht, moet een hoog veiligheidsniveau inzake gezondheid garanderen. Daarom kan een karkas van everzwijnen rechtstreeks door een jager aan een consument worden gegeven, onder voorbehoud van een analyse op trichinen, aangezien de consument weet dat dit vlees rechtstreeks van de jager afkomstig is en niet werd gecontroleerd. Een jager die een everzwijnkarkas aan een restaurant of slager wil verkopen, moet daarentegen eerst naar een wildbewerkingsbedrijf gaan waar het karkas wordt verwerkt en gekeurd om de veiligheid van de consument te garanderen. Het is belangrijk op te merken dat detailhandelszaken, restaurants en slagerijen niet beschikken over de infrastructuur en de uitrusting om karkassen van wild onder aanvaardbare hygiënische omstandigheden op te slaan, te onthuiden of te pluimen.

Deze regels voor wild zijn vergelijkbaar met die voor karkassen van pluimvee en konijnen die zonder veterinaire keuring op fokkerijen worden geslacht voor de rechtstreekse verkoop op de hoeve. Deze niet-gekeurde karkassen mogen door de fokker ook niet worden verkocht aan restaurants, slagerijen of detailhandels.

Er moet eveneens worden opgemerkt dat, als jagers geschoten everzwijnen rechtstreeks aan restaurants of slagerijen zouden kunnen verkopen zonder keuring, dit niet alleen een voedselveiligheid met twee snelheden, maar ook oneerlijke concurrentie creëert ten opzicht van wildverwerkende bedrijven die onderworpen zijn aan kosten voor de veterinaire keuring.

De goede voorbereiding en de samenwerking tussen het FAVV en de partners betrokken bij de bestrijding van dierziekten in everzwijnen, zoals het Waals Gewest en de onderzoeksinstellingen, zoals Sciensano en ULG, hebben bijgedragen tot de succesvolle uitroeiing van het Afrikaanse varkenspest virus. De kwaliteit van het enorme werk dat door het Waalse Gewest is verricht, evenals de enorme uitgaven die het heeft gedaan, moeten in het bijzonder worden benadrukt. De uitroeiing van everzwijnen door jagers tijdens de crisis in het gebied waar Afrikaanse varkenspest heerste, werd immers grotendeels gesubsidieerd. Deze samenwerking wordt verdergezet met het oog op de preventie van een mogelijke nieuwe introductie van het virus in ons land.

In het kader van de preventie van varkensziekten, waaronder Afrikaanse varkenspest, gelden er voor de varkensbedrijven verplichte bioveiligheidsmaatregelen die beschreven staan in het koninklijk besluit van 18 juni 2014 houdende maatregelen ter voorkoming van aangifteplichtige varkensziekten dat nog gewijzigd werd op 20 april 2020. Deze laatste wijziging heeft tot doel om de bioveiligheid op de Belgische varkensbedrijven te versterken door onder andere het verplicht laten uitvoeren van een jaarlijkse evaluatie van de bioveiligheidsmaatregelen door de bedrijfsdierenarts.

Voor het uitvoeren van deze evaluatie heeft het Agentschap de ontwikkeling – door ARSIA en DGZ – gefinancierd van een gebruiksvriendelijke applicatie voor dierenartsen. Deze applicatie is nu volledig klaar voor gebruik. Deze verplichting is op 1 juni van kracht geworden. Daarnaast gelden ook maatregelen van verhoogde waakzaamheid om een vroege detectie van Afrikaanse varkenspest op de varkensbedrijven te garanderen, zoals bepaald in het ministerieel besluit van 15 januari 2021 houdende maatregelen ter preventie van Afrikaanse varkenspest die het ministerieel besluit van september 2018 houdende dringende maatregelen betreffende de bestrijding van de Afrikaanse varkenspest vervangt. Het FAVV financiert volledig de analyses in verband met deze verhoogde waakzaamheid en het Sanitair Fonds betaalt de vaccaties voor de bloednames aan de dierenartsen.

Tenslotte worden de verschillende actoren die betrokken zijn bij de preventie van Afrikaanse varkenspest, zoals veehouders, dierenartsen en jagers, maar ook het grote publiek gesensibiliseerd door het FAVV en de Gewesten door middel van newsletters, opleidingen en de informatie beschikbaar op hun respectievelijke websites. Het FAVV heeft op zijn website een hele pagina specifiek gewijd aan Afrikaanse varkenspest.

De Gewestelijke overheden zijn verantwoordelijk voor de preventie en bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde everzwijnen. Het Waals Gewest heeft een progressieve exitstrategie voor zijn maatregelen ingesteld, gespreid over meer dan twee jaar.

Op Europees niveau heeft de Europese Commissie, net als andere Europese en internationale instanties, de nadruk gelegd op de kwaliteit van het werk van België dat het mogelijk heeft gemaakt de ziekte uit te roeien. We zullen de aanbevelingen van de Europese Commissie, die we hebben helpen ontwikkelen, blijven uitvoeren. België heeft op 7 april 2021 een actieplan everzwijnen overgemaakt aan de Commissie DG SANTE. Dit plan is een compilatie van de plannen die de Gewesten hebben opgesteld.