Honden – Aardhonden

Alles over de aardhonden.

Aardhonden

Voor de jacht op onder de grond levende dieren zijn er de aardhonden. Gebruikt om vooral het konijn en de vos uit hun burcht te jagen. Om de in het nauw gebrachte vos te weerstaan moeten deze honden beschikken over een grote portie zelfstandigheid en moed, of zo men wil agressie. Het is overigens meestal niet de bedoeling dat ze zelf het wild doden.

Duitse jachtterriër (FCI 103)

Uiterlijk:

  • Algemeen: Een middelmatig grote, stoer uitziende hond met een sterk gestel. Een diepe, goed gebogen borst en een sterke, rechte rug, die redelijk lang is. Gespierde lendenen en een sterk gespierd kruis. Een gebogen, sterke hals die niet uitzonderlijk lang is. De hals loopt vanaf de schouders smaller toe naar boven. Lange, schuin staande schouders, rechte en goed gespierde benen. De middenvoet staat iets schuin. De achterhand vertoont mooie hoekingen en is stevig en gespierd. De sprongen zijn laag.
  • Kleur: De hoofdkleuren zijn zwart, zwart vermengd met grijs, en donkerbruin met lichtere aftekeningen, verder bruinrood geel op de snuit, wenkbrauwen, borst, benen en de anus. Het masker is donker of licht. Een fractie wit op de borst en de tenen is toegestaan.
  • Hoofd en schedel: Een platte schedel die bovenop breder is tussen de oren en weer smaller toeloopt tussen de ogen. Een zeer lichte stop. Vanaf de achterhoofdsknobbel tot aan de stop gemeten, is de snuit korter dan de schedel. De snuit is stevig en de wangen duidelijk zichtbaar. De onderkaak is stevig met een goed geaccentueerde kin. De neus is zwart bij zwarte honden en bruin of zwart bij bruine honden. Gebit: een scharend gebit met buitengewoon sterke tanden en kiezen. Oren: hoog aangezet en V-vormig, iets schuin naar voren vallend en lichtjes tegen de zijkanten van het hoofd gedragen. Ogen: klein van formaat en donker van kleur. Zij liggen diep in de oogkassen, het geheel toont een vastberaden uitdrukking.
  • Staart: Normale aanzet en horizontale dracht, de staart mag niet te hoog worden gedragen.
  • Voeten: Geen kattevoeten, vaak zijn de achtervoeten kleiner dan de voorvoeten.
  • Beharing: Zowel kortharig als ruwharig. De beharing is hard en grof en zeer dicht.
  • Schofthoogte: niet hoger dan 40 cm.
  • Gewicht: reuen 9-10 kg en teven 7,5-8,5 kg.

Karakter:

  • Zeer druk en levendig
  • Veel scherpte
  • Spoorluid
  • Waterwillig
  • Moedig, bijna bloeddorstig
  • Agressief
  • Vechtlustig

Jack Russell Terriër (FCI 345)

Uiterlijk:

  • Algemeen: De Jack Russell Terrier is een actieve, sterke en lenige werkhond met flexibel lichaam van middelmatige lengte. De borst is eerder diep dan breed. De onderkant van de borst bevindt zich qua hoogte in het midden tussen de grond en de schoft. Lichaam is iets langer dan hoog. Rechte rug. Vrij horizontale ribben vanaf de ruggengraat, die vlakker worden aan de zijden. Korte, sterke en goed gespierde lendenen. Schuinliggende schouders, niet te zwaar bespierd. Rechte voorbenen. Sterke en gespierde achterbenen. Sterke en droge hals.
  • Kleur: Overwegend wit, met zwarte, tan of bruine aftekeningen.
  • Hoofd en schedel: Vlakke schedel van middelmatige breedte, die smaller wordt naar de ogen toe en overgaat in een sterke snuit met sterke kaken. De stop moet duidelijk aangegeven zijn. Lengte van de stop tot de neus moet iets korter zijn dan de afstand van de stop tot de achterhoofdsknobbel. Goed ontwikkelde kaakspieren. Zwarte neus. Kleine, donkere ogen met levendige en doordringende blik. De ogen mogen niet bol staan en de oogleden moeten goed sluiten. Knopoor of hangend oor, stevig en zeer beweeglijk. Sterke kaken en sterk schaargebit.
  • Staart: De staart mag in rust hangen. Wanneer de hond beweegt moet de staart rechtop staan. Een gecoupeerde staart mag niet met het puntje boven de oren uitkomen.
  • Voeten: Rond, hard met stevige voetzooltjes. De voetjes zijn niet te groot en van gemiddelde breedte. Noch naar binnen noch naar buiten draaiend.
  • Beharing: Glad, broken of ruw. De vacht dient weersbestendig te zijn.
  • Schofthoogte: Reu en Teef: ideaal 25 – 30 cm.
  • Gewicht: 1 kg per 5 cm hoogte, dwz. een hond van 25 cm moet 5 kg wegen.

Karakter:

  • Aanhankelijk
  • Sportief
  • Stoutmoedig
  • Actief
  • Soms eigenwijs
  • Vriendelijk

Langharige teckel (FCI 12)

Uiterlijk:

  • Algemeen: Hoewel er meerdere varianten bestaan zowel in grootte als beharing oogt de Teckel compact en lang, met korte benen maar krachtig en gespierd. Het hoofdje wordt parmantig gedragen en het ras heeft een intelligente uitdrukking. De schouderhoogte moet de helft van de lichaamslengte bedragen. De borstomvang is het dubbele van de schouderhoogte. De dier moet er harmonieus uitzien. Het lichaam is lang met vooruitstekend borstbeen, diepe borst en sterke lange rug. Benen kort en sterk, zo recht mogelijke voorbenen. Vrij lange hals zonder keelhuid.
  • Kleur: Elke kleur behalve wit. Veelal zwart met bruin, donkerbruin met lichtere tinten, donkerrood, lichtrood, gevlekt, getijgerd of gestroomd.
  • Hoofd en schedel: Van boven gezien is de schedel lang en kegelvormig. Van opzij gezien scherp gesneden en scherp. Schedel niet te breed noch te smal, een weinig gebogen, zonder duidelijke stop. Voorsnuit lang en smal fijn gesneden. Lippen strak gespannen, de onderkaak bedekkend. Niet te vierkante mond. De ogen zijn middelmatig groot, ovaal en donkerbruin tot zwartbruin. Tamelijk lange oren die vlak hangen. Schaargebit.
  • Staart: De staart zet de ruglijn voort. Tamelijk hoog aangezet maar niet te lang (mag niet de grond raken). Niet te hoog gedragen. Bij de langharige variant is de staart goed bevederd.
  • Voeten: Kort en sterk. Soms zijn de voeten iets naar buiten gedraaid. Sterke nagels. De hond moet gelijkmatig op alle delen van de voetjes staan. Achtervoeten zijn iets kleiner dan de voorvoeten.
  • Beharing: lang, zacht en glanzend, kort op hoofd en voorkant van de benen. Duidelijke baard en wenkbrauwen gewenst. Oren kort behaard.
  • Borstomvang:28-35. Gewicht: 4 – 9kg

Karakter:

  • Aanhankelijk
  • Dapper
  • Trouw
  • Vrolijk gehumeurd
  • Eigenzinnig
  • Ongehoorzaam
  • Waakzaam

Ruwharige Teckel (FCI 169)

Uiterlijk:

  • Algemeen: Hoewel er meedere varianten bestaan zowel in grootte als beharing oogt de Teckel compact en lang, met korte benen maar krachtig en gespierd. Het hoofdje wordt parmantig gedragen en het ras heeft een intelligente uitdrukking. De schouderhoogte moet de helft van de lichaamslengte bedragen. De borstomvang is het dubbele van de schouderhoogte. De dier moet er harmonieus uitzien. Het lichaam is lang met vooruitstekend borstbeen, diepe borst en sterke lange rug. Benen kort en sterk, zo recht mogelijke voorbenen. Vrij lange hals zonder keelhuid.
  • Kleur: Elke kleur behalve wit. Veelal zwart met bruin, donkerbruin met lichtere tinten, donkerrood, lichtrood, gevlekt, getijgerd of gestroomd.
  • Hoofd en schedel: Van boven gezien is de schedel lang en kegelvormig. Van opzij gezien scherp gesneden en scherp. Schedel niet te breed noch te smal, een weinig gebogen, zonder duidelijke stop. Voorsnuit lang en smal fijn gesneden. Lippen strak gespannen, de onderkaaak bedekkend. Niet te vierkante mond. De ogen zijn middelmatig groot, ovaal en donkerbruin tot zwartbruin. Tamelijk lange oren die vlak hangen. Schaargebit.
  • Staart: De staart zet de ruglijn voort. Tamelijk hoog aangezet maar niet te lang (mag niet de grond raken). Niet te hoog gedragen. Bij de langharige variant is de staart goed bevederd.
  • Voeten: Kort en sterk. Soms zijn de voeten iets naar buiten gedraaid. Sterke nagels. De hond moet gelijkmatig op alle delen van de voetjes staan. Achtervoeten zijn iets kleiner dan de voorvoeten.
  • Beharing: ruwharig: draadachtig, hard en glad aanliggend met wollige ondervacht. Duidelijke baard en wenkbrauwen gewenst. Oren kort behaard.
  • Borstomvang: 28 – 35 en meer. Gewicht 4 – 9 kg.

Karakter:

  • Aanhankelijk
  • Dapper
  • Trouw
  • Vrolijk gehumeurd
  • Eigenzinnig
  • Ongehoorzaam
  • Waakzaam

En ook bijgaand de Kortharige Teckel

Nog geen vergunning?

Jachtexamen.be is de online leeromgeving voor de jacht, de optimale examenvoorbereiding.