fbpx Skip to main content
search

Een van onze redacteurs had nog enkele reeboktrofeeën van afgelopen zomer binnengekregen van de taxidermist. Tot onze verbazing hadden de twee reebokken die uit hetzelfde jachtgebied uit de Alpen kwamen grandels. De ene bok +5 jaar had er hele mooie.

De grandels, ook “haken” genoemd, zijn overblijfselen van sterke hoektanden die de voorouders van het ree vroeger bezaten. Het kan in bepaalde jachtvelden vaker voorkomen, daar uit onderzoek is gebleken, dat grandelvorming erfelijk kan zijn. Mens kan constateren of een ree grandels heeft door bij het geschoten stuk de bovenlip op te trekken zodat men ze in de kaak aan de linker- of rechterkant kan zien zitten. Ze kunnen ook los in het tandvlees zitten. Grandels komen zowel bij bokken als bij geiten voor, maar het meest zijn ze bij bokken waargenomen.
Het zijn kleine stiftvormige tandjes van 5 tot  20 mm lang met een doorsnede van +- 2 mm.

Daar de hoektand reeds in het melkgebit gevormd wordt kan het voorkomen, dat men 2 hoektanden in het tandvlak aantreft omdat de melktand nog niet is uitgevallen en de blijvende hoektand gevormd is.
De verre voorouders van het ree moeten wel slagtandvormige hoektanden gehad hebben, zoals nu nog voorkomt bij het gewei loze Chinees waterdeer en de ook in Vlaanderen voorkomende muntjak, deze dan wel met kort gewei.
Met de ontwikkeling van het gewei verloren deze hoektanden hun functie als wapen waardoor ze langzaam zijn teruggezet tot de kleine stiften van nu die geen functie meer hebben. Deze compensatietheorie van slagtand naar gewei als wapen wordt niet door eenieder voor het ware gehouden, maar er is toch veel voor te zeggen.
Interessant is het te weten, dat edelherten die hun gewei hebben afgeworpen, dreigen met hun hoektanden als het op ruzie maken aankomt.
Ze zijn zich deze vroegere wapens dus nog wel bewust.

Mocht u een reebok schieten die na onderzoek grandels blijkt te hebben, dan is het de moeite waard om de schedel zo ruim mogelijk af te zagen, zodat deze hoektanden behouden blijven.

Uitleg: G.IM. Koenderink