fbpx Skip to main content
search

Gisteren een nieuwe wet gevonden en ook een oproep rond de achtergrond. En vandaag reeds de bijkomende info (met dank aan de Tommen).

Memorie van Toelichting bij de nieuwe bepalingen inzake het Jachtfonds

“Hoofdstuk 7. Omgeving
Afdeling 1. Wijzigingen van het Jachtdecreet van 24 juli 1991
Artikel 10 tot en met 13
In het Jachtdecreet wordt een nieuw hoofdstuk IX/1 ingevoegd, waarmee een fonds, genaamd het Jachtfonds, wordt ingesteld. In dit hoofdstuk worden de oprichting, de principes en de doelstellingen vastgesteld van het Jachtfonds en van het Centraal Comité voor het Jachtfonds dat een belangrijke rol zal spelen bij de werking van het fonds. De nadere uitvoering van de hierbij ingevoegde decretale bepalingen zal vervolgens gebeuren bij besluit van de Vlaamse Regering. Via een dergelijk besluit worden onder meer de ontvangsten, de uitgaven, de samenstelling en de werking van het Centraal Comité van het Jachtfonds geregeld evenals de regionale werking van dit Centraal Comité.
De inkomsten van het Jachtfonds zullen afkomstig zijn van de aankoop van jachtverloven en jachtvergunningen. De aankoop van een jachtverlof (of een jachtvergunning) is een vereiste voor een jager om te mogen jagen in het Vlaamse Gewest. Het is te beschouwen als een retributie die de jager betaalt om gebruik te mogen maken van de open ruimte en het oogsten van het jachtwild (res nullius). Via het Jachtfonds is het de bedoeling om deze middelen terug aan te wenden ten bate van het beleid inzake jacht in ruime zin. Ingevolge het advies van de Raad van State wordt de aanwending van de middelen binnen het Jachtfonds beter afgelijnd. Het Jachtfonds wordt ingesteld met het oog op het besteden van de middelen uit het fonds voor de volgende doelstellingen, die ook zijn weergegeven in het in het Jachtdecreet in te voegen artikel 32/1:
“1° het streven naar stabiele populaties van wildsoorten binnen hun leefgebieden;
2° sensibilisering met betrekking tot de inpassing van het wildbeheer in het bredere kader van natuurbehoud;
3° vastgestelde instandhoudingsdoelstellingen realiseren die een verbetering van de leefgebieden van wildsoorten met zich meebrengen;
4° de werking van de wildbeheereenheden bevorderen en ondersteunen;
5° de praktische organisatie van de jacht ondersteunen, namelijk de volgende aspecten:
a) jachtexamens organiseren;
b) een jachtverlof uitreiken;
c) een jachtvergunning uitreiken;
d) een plan als vermeld in artikel 7 van dit decreet, opmaken en indienen;
e) de dienstverlening aan de jachtsector bevorderen;
6° maatschappelijk onaanvaardbare schade en impact door jachtwild, invasieve uitheemse soorten en beschermde soorten voorkomen en inperken;
7° wetenschappelijk onderzoek in het kader van de doelstellingen, vermeld in punt 1° tot en met 6°, uitvoeren;
8° verscherping van het toezicht op de toepassing van de jachtreglementering.”.
Via het Jachtfonds krijgt de jachtsector medezeggenschap bij de besteding van de middelen kaderend in het jachtbeleid in de ruime zin. Circa 11.000 jagers zijn actief in het buitengebied, verspreid over heel Vlaanderen. De jachtsector is dus aanwezig in een groot deel van de open ruimte in Vlaanderen. Het huidige werkingsgebied van de wildbeheereenheden is bijna gebiedsdekkend en hierbij vindt ook een aanzienlijk deel van de jachtactiviteiten plaats in landbouwgebied. Samen met de landbouwsector, de administraties en de maatschappelijke partners actief op het vlak van het beleid inzake natuurbehoud en natuurbeheer, is ook de jachtsector een belangrijke partner voor het beleid en het beheer van de open ruimte in Vlaanderen.
Het Jachtfonds wordt ingesteld bij het Agentschap voor Natuur en Bos, de entiteit die binnen de Vlaamse overheid verantwoordelijk is voor het beleid inzake jacht. Voor de aanwending van het Jachtfonds worden via het Centraal Comité van het Jachtfonds aan de bevoegde minister de nodige voorstellen gedaan voor de aanwending van de middelen uit het jachtfonds.
De verwachte inkomsten van het jachtfonds worden geraamd op circa 1,8 miljoen euro per jaar. De besteding van de middelen wordt verdeeld over twee categorieën:
1° een eerste categorie omvat de financiering en organisatie van diverse reguliere processen waaronder organisatie van het jachtexamen, uitreiken van jachtverloven en vergunningen, optimalisatie van de digitale dienstverlening en dergelijke. Dat is te begrijpen in het kader van de doelstelling in het punt 4° in de opsomming hierboven;
2° de tweede en grootste categorie omvat allerhande initiatieven ter ondersteuning van het jachtbeleid enerzijds en het natuurbeleid anderzijds. Deze categorie strookt met de doelstellingen in punt 1°, 2°, 3°, 5° en 6° in de opsomming hierboven. De besteding van deze laatste categorie gebeurt op voorstel van het Centraal Comité van het Jachtfonds.”
Men heeft dus een kader voor het Fonds ingevoerd in het decreet, maar voor de werking zelf van het Fonds zal het toch nog uitkijken zijn naar een uitvoeringsbesluit vooral naar het punt wie instaat voor het beheer van het fonds en de verdeelsleutel zal het belangrijk zijn om te kijken. De vraag is of het beheer aan meer dan enkel ANB zal toegewezen worden en welke van de ruime middelen hierboven vooral zullen kunnen rekenen om een aandeel van de koek. Interessant zal het instellen zijn van het Centraal Comité van het Jachtfonds, wie mag er mee aan tafel..? De minister gaf in antwoord op een vraag van Hermes Sanctorum aan dat “iedereen daar in vertegenwoordigd” is en dat zij diegenen zijn die advies over die verdeelsleutel moeten geven die in regelgeving zal opgenomen worden.
Interessant ook dat er specifiek verwezen wordt naar het jachtexamen. Of er hiermee gedoeld wordt op het feit dat ANB zelf eerder de examens wil kunnen inrichten of zij daarvoor verder beroep doen op de markt is nog niet af te leiden.
Het volledig verloop van de wijziging is hier te vinden:
Jachtwetgeving – Jachtfonds

Laat een reactie achter