In dit typische marktstadje is het de traditie om winkelvitrines mooi op te smukken.
En dit ook voor de beenhouwers en poeliers, die dus Fazanten en Ganzen (met pluimen), varkens en Hertekoppen gebruikten als decoratie en om de koopwaar te tonen. Het wild wordt meestal ook nog afgenomen van lokale jagers met dus een directe link en niet kilometers rondzeulen tussen producent, slachthuis, verdeler, warenhuis en consument.
Maar de “Townies” of stedelingen vonden dit de laatste tijd maar niets en starten een campagne, vooral tegen het tentoonstellen van dode dieren. Dit vooral om hun kinderen te beschermen tegen de lelijkheid van verminkte karkassen. De campagne werd vooral gevoerd via Facebook, brieven aan lokale kranten tot en met acties in de shop.
Ze vonden het niet kunnen dat kinderen dode konijnen zagen terwijl ze er zelf levende hadden thuis in een hokje. En volgens de protesteerders kan enkel klaargemaakt vlees in een uitstalraam.
Dus geen traditionele “display” maar enkel geprepareerd vlees en een kleine pancarte met een woordje uitleg.
Maar er kwam vrij vlug een tegenbeweging die stelt dat de inwijkelingen hun nieuwe gewoontes niet moeten opdringen. En ook dat: als je op het platteland wil wonen, moet je ook de gewoontes en tradities er bij nemen.
En dus sinds kort hangt het weer gezellig vol in de vitrines van Sudbury. Met de ene dode Fazant naast (on)gevild Konijn, naast zelfs een compleet varkentje.