fbpx Skip to main content
search

Met de inzet van weidevogelcoördinatoren kan predatie beter worden aangepakt. Dat concludeert Bart Jansen in zijn onder-zoek ‘In het geweer tegen de achteruitgang van de weidevogels in Friesland?’ Jansen, nu flora- en faunaspecialist bij LTO Noord, studeerde onlangs af aan de opleiding Bos- en Natuurbeheer aan Wageningen University & Research.

Wat is de aanleiding van uw onderzoek?

De populatie weidevogels neemt in Friesland jaarlijks af met 2,7 procent. Oorzaken hiervoor zijn onder meer de intensievere landbouw, de oprukkende infrastructuur, maar ook predatie. Uit de Boerenlandvogelbalans 2020 blijkt dat in Friesland 39,6 procent van de gruttonesten wordt gepredeerd en 54,4 procent van de kievitsnesten. Dat zijn wezenlijke aantallen. Het Kollektivenberied Fryslân heeft mij gevraagd om oplossingen aan te dragen voor de aanpak van weidevogelpredatie.’

‘Geluiden uit het veld bereiken soms de lokale jager niet. Met een coördinator kan dat worden opgelost.’

Bart Jansen, flora- en faunaspecialist bij LTO Noord

Wat kan volgens u worden verbeterd in de aanpak van predatie?

‘Vooral de communicatie. Geluiden uit het veld bereiken soms de lokale jager niet. Met een coördinator die partijen met elkaar verbindt, kan dat worden opgelost. Die kan jagers motiveren om het veld in te gaan. Mijn voorstel is om per agrarisch collectief een vrijwillige coördinator aan te stellen, die wordt gekozen uit de verschillende wildbeheereenheden, zodat er veel draagvlak is voor de coördinator. Hij of zij krijgt een belangrijke sociale rol die de partijen verbindt.’

Zijn de weidevogels nog wel te redden?

‘Weidevogelbeheer is hartstikke lastig. De provincie moet daarom ook impopulaire keuzes durven te nemen als het gaat om predatiebeheer. Verstoren, verjagen, vangen of doden van sommige predatoren horen daar dan bij. Dat brengt veel emoties met zich mee. De politiek moet binnenkort een paar belangrijke knopen doorhakken, onder andere over een predatieplan. Ik hoop dat dit onderzoek daar een goede bijdrage voor is.’

Bron : Nieuwe Oogst