fbpx Skip to main content
search
Hunting HabitatJacht

Palombière V

By januari 24, 2013No Comments

Vorige maand hadden we het over Filosofie en Jacht, eerder ook reeds over Boeken, deze week een verhaal over de Jacht. De Ervaringen om en rond een Palombière.
Elke dag een stukje, leden van Hunting kunnen het volledige verhaal reeds lezen op de site –Verhalen/Palombière. Registreren kan hier.

Casse Croute

Om half tien dalen we af voor de casse croûte, letterlijk: het breken van de korst. Oftewel een stukje stokbrood eten met hartig beleg erop. Vergezeld van een glaasje wijn. Naar beneden de ladder af is nog erger dan naar boven klimmen ervaar ik.
Na een minuut of twintig laten we de grond weer onder ons. In de duiventoren ruikt het vochtig en de coniferen die de luiken bedekken voegen er een fris kruidig geurtje aan toe. Langs de wanden hangen aan spijkers truien en bodywarmers. De zakken zwaar van de munitie. Hoe leger die zakken worden, hoe vrolijker de stemming wordt. En hoe vaker er ‘palombe! palombe!’wordt geroepen, hoe meer truien en bodywarmers erbij komen te hangen; de adrenaline warmt de mannen op.
Het plankenhuisje in de boomkruinen schudt zachtjes wanneer iemand een stap verzet of de ladder op of af gaat. Er heerst een gezellige sfeer in de toren, niet alleen door het beoefenen van hun geliefde sport, maar mede door l’ apéro, het aperitief dat geschonken wordt. Er is keuze uit Pastis, Pineau en Whisky. Witte plastic bekertjes worden gevuld en hervuld. Ik doe rustig aan qua consumptie want ik moet inmiddels heel nodig plassen en dus heelhuids die vermaledijde ladder weer af en op.
’s Middags eten we in twee shifts beneden. Ik bedank de mannen oprecht dat ik deze dag in hun midden door mag brengen. We zitten buiten op de veranda, voor de cabane. Het is eind oktober en ik denk met een vleugje leedvermaak aan mijn oud-landgenoten in Nederland.
De mannen denken aan de dúiven in Nederland. Die, zoals ik ze vertel, zomaar los rondlopen in grote steden en door menig student heimelijk van zijn flat worden geknald. In Frankrijk kost een houtduif al gauw vijftien euro. Er wordt gevraagd of ik volgende keer een paar Nederlandse duiven voor ze mee kan brengen. Alsof je ze zó van de straat kunt oprapen… In gedachten zie ik mezelf over het marktplein van Gouda rennen en duif na duif in een grote zak stoppen. ‘Wie betaalt dan mijn borgtocht en troost de geschokte kindertjes?’ Hoor ik mezelf lachend antwoorden.
Iemand heeft voor de grap een patroon in het vuurtje gegooid, dit zorgt voor flinke knallen en luid gelach. Zachtjes vraag ik aan “mijn” jager of zijn maten zichzelf zijn ondanks dat ik erbij ben, of zich anders gedragen. ‘Ze zijn geheel op hun gemak hoor!’ vertrouwt hij me grinnikend toe.
Het voorgerecht is een grove maar smakelijke groentensoep. Er drijven grauwe stukken varkenshuid in rond. Voordat iemand anders de kans heeft bied ik spontaan aan om voor iedereen op te scheppen. Voor mezelf schep ik behendig om de poriënvierkantjes heen. Niemand heeft een bordje dat gelijk is aan de ander. Het hoofdgerecht bestaat uit gegrilde entrecote die aan twee kanten over mijn bordje op de bloemetjes van het tafelkleed hangt. Ook wordt er een dampende schaal gebakken aardappelen met knoflook en tamme kastanjes neergezet. Er gaan drie flessen wijn leeg. Wie voor het dessert zou zorgen was vooraf kennelijk niet goed kortgesloten want er komen drie dozen met taart en gebak op tafel. Aan de buiken van sommige mannen te zien wordt er hier zeer regelmatig zo gegeten.

Laat een reactie achter