fbpx Skip to main content
search

IBEP_Badge_transparantEen iets langer jachtverhaal, maar goed verteld en interessant. Goed voor de langere winteravonden.

Een verbroedering van boogjagers.

Al enkele Jaren bestaat er een nauwe band tussen de Waalse boogjacht federatie, de FWCA en de Frans Ardense boogjagers. Ook ik als pas verkozen president van de Vlaamse boogjacht associatie, de FBA ken de bestuursleden van de Ardense boogjagers ook als vrienden en gepassioneerde boogjagers. Elk jaar sturen we Vlamingen en Walen over de grens om hun Journée de Formation Chasse a l’arc te behalen, nodig om als jager met de boog te mogen jagen in Frankrijk. Via onze franse kompanen krijgen we elk jaar ook de mogelijkheid om tijdens drijfjachten als boogjagers te mogen participeren. De grote jacht in Romagne sous Montfaucon waar we al enkel keren waren geweest, doch zonder resultaat, had ons dit jaar een dag beloofd uitsluitend voor boogjacht. Deze 800 Ha grote jacht met veel reewild en zwartwild had tot nu steeds weinig op de tableau gehad, een laat seizoen, veel blad nog op boom en struik en misschien een te kleine groep minder ervaren drijvers. Toch waren er genoeg tekens dat er wild in overvloed was. Ze waren ons alleen te slim af…..
Na een donkere rit van 3u kwamen we aan de jachthut, een oude schuur in het midden van het domein waar een warme stoof, koffie en croissants ons de lange weg snel deden vergeten. Alle Belgische schutters kende ik bij naam en daad en velen rekende ik bij de elite in de boogjagerswereld van ons kleine land. Ik wist al te goed dat er wild ging vallen, aan de ervaring en scherpschutterskwaliteiten ging het zeker niet liggen deze dag. Toen we voltallig waren, 25 boogjagers waaronder 10 Belgen, werd op de ronde afgesproken geen doublé te schieten, elke schutter mocht 1 ree schieten, bij voorkeur kitsen of jonge bokken en varkens a volonté. Ik zag aan de glimlachende gezichten dat velen van ons op deze dag hadden uitgekeken, ook het weer was ons goed gezind, krakend fris, bijna geen wind en mager zonnetje.
De eerste drift ging een korte zijn, een klein bos temidden van bieten en kolenvelden. De boogjagers sloten het eind van het bos af op 20m van de weide. De secretaris van de Vlaamse boogjacht vereniging besloot, wegens de zeer korte drift, zich op de grond te plaatsen en geen treestand te gebruiken. Toen we nog geen 10m in het bos liepen stootte hij al 3 reeën op uit de dekking, ons eerste wild die dag was gezien. Ik had mij in een boom gepost op een kleine 40m van mijn vriend op de grond en toen de drijvers kort genoeg kwamen zochten 2 reeën zich een weg uit het bos. Mooi kon ik hun vlucht volgen in de richting van mijn kompaan op de grond, die kon aanleggen maar zijn beweging deed de reeën van richting wijzigen en ze schoten buiten mijn comfortzone onderdoor terug de dekking in. In de verte zag ik één van de twee over de prikkeldraad springen en over het veld vliegen. De drijvers deden hun job en de verdoken ree die achterbleef werd uit zijn schuilplaats verjaagd voorbij een boogjager in de boom achter mij. Deze deed al zijn best om al fluitend het dier tot stilstand te brengen. Helaas was deze niet van plan om voor dit oude jagerstrucje te vallen. Ook deze laatste vond de veiligheid van de velden en het grotere bos aan de overkant. In totaal hadden we met 25 jagers minstens 20 stuks reewild gezien en na het afblazen nog een grote keiler die uit de bramen kwam gestormd. Ik had in totaal al 5 stuks gezien en dit was nog maar een begin.
Na een korte middagpauze, wat warme dranken en de verhalen van wat we gezien hadden werden we elk gepost op een groter stuk loofbos om ook hier de achterkant af te sluiten met een lijn boogschutters. Voor ons duikt een sprong van minstens 5 a 6 reeën op die voor ons weglopen terug het bos in. Wederom een goed teken. Om de 100m mochten we een boom uitzoeken om ons te plaatsen. Geen sinecure sinds de ondergroei veel zicht en schotvensters belemmerde. Omdat het een vrij grote en lange drift ging worden kreeg ik genoeg tijd om toch nog een degelijke plaats te vinden. Een jong eik op een kleine 50m van de rand van het bos met een klein open schietvenster langs links en langs rechts. Onderaan de boom woelplaatsen van everzwijnen die diezelfde nacht nog waren gemaakt. Ik gebruikte de afstandsmeter om mijn schotsveld te bepalen en de open vensters liggen allemaal tussen de 18 en de 25m perfect voor een ervaren schutter als mezelf. Een nog kleiner schotsveld ligt op 39m, ik besluit dit in mijn achterhoofd te houden maar enkel bij stilstaand wild zou ik hier een pijl lossen om risicovolle schoten te vermijden. Een pijl met jachtpunt wordt op de pees gezet en dan begint het wachten. Een houtsnip breekt de stilte en vliegt voorbij. Ik snap waarom deze dieren zo moeilijk te verschalken zijn, ze zwiept van links naar rechts tussen de bomen door de bramen in. In de verte hoor ik de belletjes van de honden en het geroep van de drijvers die dichter komen. Op 7m hoogte zet ik me recht in mijn treestand en neem mijn boog in de hand. De wind verstoord mijn gehoor, ik hoor iets maar wijt het aan de dode bladeren tot ik 4 reeën zie aankomen, al lopend. Op 40m voor mijn boom wijkt de groep af en lopen ze links van mij door. Ik span mijn boog aan en plaats mijn pin op de laatste ree. Wanneer ze evenweidig met mijn schotsveld zijn lopen ze door op de gemeten 39m en doe ik een blaffende bok na. Dit doet de laatste ree in zijn sporen stilstaan en ik schiet. Ik kan de pijl mooi volgen en zie deze op het blad net achter de poot verdwijnen. Het dier springt op en volgt de 3 anderen die terug het bos inlopen. Na enkele meters zie ik zweet op de flanken en begint het te zwalpen over een kleine heuvelkam. Ik bel de verantwoordelijke van de drift en zeg hem de honden even aan te lijnen tot ik het stuk heb gevonden. Bij het nazoeken van de schotplaats vind ik een grote plas zweet en mijn pijl die door het dier is gegaan en in een kleine boom is blijven steken. Mooi donker zweet toont een goed bladschot aan en ik ben zeker dat dit dier niet ver kan zijn gegaan. Inderdaad, na een kort en duidelijk zweetspoor vind ik mijn jonge bok op nog geen 40m van mijn post. Ik mag voor de eerste keer in mijn bestaan als boogjager een jonge bok de bracelet aan doen en dit met een brok in mijn keel en een grote glimlach op mijn gezicht. De jager voor mij is ook uit zijn boom gekomen en begroet mij, hoed af, met een WMH. Samen halen we het gestrekte wild uit het bos tot we via de gsm bericht krijgen dat voor ons een grote keiler is gespot die in onze richting uitloopt. We proberen ons zo snel mogelijk verdekt op te stellen maar de zwarte vlek stormt voor ons uit het bos en het veld in met 2 honden aan zijn hielen tot hij uit het zicht is. Op het tableau die dag 4 reeën voor de Belgische boogjagers en 1 ree voor onze Franse vrienden. In totaal hebben 24 jagers aangelegd met schotkansen en konden er nog minstens 3 extra reeëen geschoten worden, ware het niet dat de limiet van 1 stuk per jager op de ronde was afgesproken. Iedereen heeft minstens 5 stukken wild gezien sommigen zelfs 10 stuks die dag.
De jachtheer verbaasd en verrast van zulks resultaat beloofd ons diezelfde avond nog een dag op het eind van het seizoen. Ik verzeker mijn plaats al en beloof de man dat het volgend tableau vol zwartwild zal liggen… Die avond sluiten we de dag af met een kleine pirsch op beverrat in de nabije rivier. Enkele gemiste pijlen later zitten we allen aan tafel om deze mooie dag te beklinken met een goed wijn en een lekkere maaltijd…..


 

Laat een reactie achter