Natuurpunt bemerkt, samen met ons, dat de grote zoogdieren meer voorkomen in Vlaanderen. Vooral de Reeën (alleszins in vergelijking met enkele tientallen jaren terug) maar ook de Vos en nu recent het Everzwijn.
En dit zorgt voor ongemak.
Er is nu een peiling naar hoe dit aan te pakken: afrasteren, wegvangen, bejagen?
Doe mee, als jager – Wilde dieren enquete
foto Frans Pelsmaekers
Nu er steeds meer vossen voor komen in onze natuur is er steeds minder voedsel aan wezig klein wild en grond broeders worden op gegeten , nu merken we dat er minder
ree kitsen voor komen zij worden op gegeten door rond trekkende vossen
Als jager en tevens lid van natuurpunt heb ik mijn bedenkingen over het niet bejagen van de vos. Het is namelijk zo als we hier niets aandoen moeten we binnen enkele jaren niet meer spreken over grondbroeders. Het bestand van de vos wordt zo groot dat ons waterwild en grondbroeders volledig zullen verdwijnen. Dus het is vijf voor twaalf om hier dringend iets aan te doen. Voorstel: laat bvb twee maal per jaar de vos bejagen op de natuurgebieden om het bestand wat binnen de perken te houden zodat onze grondbroeders terug kansen krijgen om uit te breiden. Deze beheerjacht kan dan wel onder toezicht gebeuren en zal snel resulteren in het terugkomen van onze grondbroeders. Marc Geentjens
Marc, mooi voorstel, maar het zal niks uithalen. Enkel drastische maatregelen kunnen mogelijk een beetje helpen. Hoe lang zijn onze Noorderburen al terug de vos ’s nachts met de lamp aan’t bekampen en nog steeds met weinig resultaat. En zelfs hier weet men dat. Waarom wordt anders voor everzwijnen de jacht/bestrijding ’s nachts met lamp wel toegelaten? Geschiedenis volgt een slingerbeweging en hoe verder de klepel naar links uitwijkt, hoe verder ‘m ook naar rechts zal uitslaan. Ben dus benieuwd naar de toekomst en hoop dat tegen dan niet te veel inlandse soorten helemaal verdwenen zijn, terwijl nu blijkbaar meer aandacht is voor een met uitsterven bedreigde panda… die we hoogstwaarschijnlijk nooit in onze natuur gaan tegenkomen.