Onder Grof Wild verstaan we volgende soorten, volgens het Jachtdecreet – Art 3:
Verder leren we ook nog:
Dat er aparte openingstijden zijn voor de verschillende soorten Grof Wild, en dat voor het jagen op grof wild een afschotplan verplicht is.
Voor reewild: kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de normale trefenergie minstens 980 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt.
Voor overig grof wild (hert, everzwijn, mouflon, damhert): kogelpatronen voor getrokken loop met een nominaal kaliber, uitgedrukt of omgerekend in millimeter niet kleiner dan 6,5 mm, en waarvan de normale trefenergie bovendien minstens 2.200 J op 100 m afstand van de loopmond bedraagt.
Voor alle grof wild: voor de drijfjacht op grof wild zijn kogelpatronen voor gladde loop van het kaliber 20,16 en 12 eveneens toegestaan.