De dag dat ik 18 werd, was ook de dag dat ik mijn eerste jachtverlof op zak had. Sindsdien heb ik al enkele soorten mogen strekken. Een Belgisch hert, dat had ik echter nog niet. In het buitenland had ik al enkele male het geluk om een geweidrager te strekken maar eentje uit België, dat had Sint-Hubertus mij nog niet gegund. In die 9 jaar dat ik jaag heb ik het voorrecht gehad om al tientallen herten te zien, zowel tijdens drijfjacht als op de aanzit. Maar op al die aanblikken heb ik maar 2 effectieve kansen gehad om eentje weidelijk te strekken.
De eerste kans dateert van eind december 2017. Ik was uitgenodigd door een vriend op battue. De eerste drift passeerde mij een hinde met kalf vergezeld door een klein hert. Omdat het verschil tussen een groot en klein hert zo klein is en ik niet 100% zeker was, heb ik het zekere voor het onzekere genomen en mee bijgedragen aan het afschot door foan en biche te strekken. Achteraf bleek dat het inderdaad om een klein hert ging en mijn inschatting juist was. Het doet me plezier te horen dat mijn inschatting correct was maar ook dat ik mijzelf in de hand heb om dan te beslissen het schot niet te nemen. Mijn dag kon niet meer stuk en ik zie het filmpje nog vaak in mijn hoofd zich afspelen.
De tweede kans dateert van eind december 2020. Ook hier was ik op uitnodiging van een bevriend jager. Ditmaal niet voor battue maar voor aanzit. De wekker gaat zeer vroeg af, want er wacht een hele trip naar de Franse grens. Eenmaal aangekomen op locatie wordt besproken wie welke hoogzit gaat bezetten. De hoogzit die ze mij toewijzen grenst aan een beukenbos met zicht op een jonge aanplanting. We zijn al wat aan de late kant dus ik maak me snel klaar. Ik rijd met mijn terreinwagen tot in het bos om erna een bers te doen van 700m naar de hoogzit. De auto geparkeerd en alles uitgeladen, kijk ik even rond met de warmtebeeld. Aan het einde van de weg zie ik iets door het struikgewas gaan. Ik denk bij mezelf: “Het zal wel een ree zijn.” Met het doel om een hertachtige of ever te strekken beslis ik toch mijn bers-skills wat te oefenen en naar de ree te bersen. De weg kronkelt en ik verlies de ree uit het oog. Bijna de bocht om zie ik met de warmtebeeld de schim terug in de dekking staan. Maar aan de andere kant van de weg. Ik sluip nog wat dichter. Gelukkig heeft het geregend en zijn de beukenblaren soepel geworden. Ik kom tot op een goede 40 meter, als ik denk het schortje te zien van een geit. Zeer vreemd want dit had ik nog nooit eerder gezien met de warmtebeeld. Ik besluit om de Viperflex schietstok open te vouwen en toch een kijkje te nemen door mijn richtkijker. Door het ontvouwen in het donker is een poot niet goed geborgd waardoor de schietstok wegzakt. Ik ondersteun mijn gloednieuwe Steyr wat meer en zie het achterste van een hert. Ik kan mijn ogen haast niet geloven. Wanneer ik mezelf beter wil positioneren kraakt er een tak onder mijn voet. Het hert draait zich schuin van me weg en ik zie het volgroeide vrij symetrische gewei tussen de oren. Het is een “cerf”. Hij kijkt me recht aan in de kijker en ik heb geen seconde meer te verliezen. Omdat het hert spits van me weg staat plaats ik het kruis op de nek… De kogel is er uit. Spoedig kijk ik opnieuw met de warmte beeld en ik zie de koning van het bos ter plekken liggen. Hij verroert geen vin meer. Ik loop naar hem toe en kan mijn ogen niet geloven. Voordat ik mijn gsm kan nemen begin ik te trillen als een gek, de typische jachtkoorts. Onmiddellijk bel ik mijn jachtvriend om hem het heugelijke nieuws te vertellen.
Tientallen minuten later komt het DNF langs om het hert te analyseren. Er is een discussie of het om een klein of groot hert gaat. Eén end is zeer kort, maar misschien lang genoeg om een kroon te vormen en zo het hert te laten tellen als een groot hert. Er wordt gediscussieerd en gemeten. Uiteindelijk komt er een 2de persoon bij van het DNF. Opnieuw wordt er gemeten en het end is 1,8cm lang. We waren 2mm verwijderd van een groot hert. Dit maakte niet uit voor het afschotplan want het groot alsook het klein hert waren vrijgegeven.